Bij ons in
het dorp heerste een taboe. Alhoewel veel
huwelijken via een koppelaarster tot stand kwamen, durfde niemand bij
gelegenheid te bekennen dat hij/zij via huwelijksbemiddeling aan zijn vrouw
of man gekomen was. Die zou uitgelachen worden. Uit liefde trouwen: dat was
de norm. Er werden ook allerlei verhalen verzonnen om aan te tonen hoe en
wanneer het stel voor het eerst elkaar ontmoet had en hoe de "liefde
op het eerste gezicht" de vlam in de pan sloeg. (Twee cliches op rij, maar een verhaal over liefde leent zich
daar goed voor).
Zo'n twintig jaar
geleden gingen regelmatig Utrechtse Griekse vrienden op vakantie naar
Griekenland en kwamen terug met een bruid. Het was liefde op het eerste
gezicht.
Het was
daarom een verrassing om laatst bij vrienden te horen dat zij juist via
koppeling tot elkaar waren gekomen. Ik merkte dat ik niet zo goed uit de
voeten kon met deze onthulling. Dat je zoiets vermoedt, oke,
maar dat ze het vertellen, dat was niet de norm. Hij was tenslotte
ook een van de kameraden van twintig jaar geleden. Ik deed of het heel
gewoon was. Waarom zou je het verbergen? Mijn vriend voelde mijn innerlijke
worsteling. Trots stelde hij vast dat allen die op vakantie in Griekenland
getrouwd waren, nu allemaal nog gelukkig getrouwd zijn. De anderen, die uit
echte liefde (meestal met een Nederlandse vrouw) zijn getrouwd, zijn
meestal gescheiden. Uit liefde trouwen, vertelde mijn vriend, is ook niet
alles. Hij was ervan overtuigd dat het verstandshuwelijk de beste garantie
op succes is.
AanZet, juni 1993
|